Eerste weken in Indonesië - Reisverslag uit Berastagi, Indonesië van Nienke Nieuwenhuis - WaarBenJij.nu Eerste weken in Indonesië - Reisverslag uit Berastagi, Indonesië van Nienke Nieuwenhuis - WaarBenJij.nu

Eerste weken in Indonesië

Blijf op de hoogte en volg Nienke

20 Januari 2014 | Indonesië, Berastagi

Verslag Indonesie 1

Zo even een verslag van de eerste tijd in Indonesie. We zijn na nog een dag Bangkok met Air Asia naar Indonesië gevlogen, waar een mannetje ons hoopvol opwachtte of we een visa on arrival nodig hadden, we waren de enige buitenlanders op de vlucht en hij had niets te doen. Maarja we hadden het visum in Bangkok al gekregen dus hij had pech. Buiten werden we natuurlijk direct aangesproken door onofficiele taxichauffeurs en met een pratende schaduw gaan we eerst maar even op zoek naar een pinautomaat. Toen onderhandelen over de prijs en hij vroeg astronomische bedragen voor een half uurtje met de taxi. Maar goed uiteindelijk toch wat onderhandeld, staat er buiten een free shuttle van het hotel. Helaas voor de taxi-jongen (hij was pislink), maar gratis is altijd beter en maar goed ook want de pinautomaat werkte niet. Bij het viersterrenhotel werden we direct ontvangen met een glaasje sap en bedienden om je tas te sjouwen (4 sterrenhotel voor 23 euro ;-) aanbieding normaal was een kamer 115 dollar per nacht.) Een kast van een kamer, schoon en met een schone badkamer. Alleen het ingenieuze paneel om de lampen, tv en de airco te bedienen is kapot en tikt heel naar. Eerst een monteur erbij en volgens de monteur is het gefixt. 2 minuten later tikte het kreng al weer, dus ik heb het in een deken gewikkeld en onder een extra kussen gelegd. Heerlijk geslapen in stilte. Voor het slapen nog even op zoek naar een pinautomaat en daarnaast was een tentje met sate. Sate besteld en nasi goreng aan de overkant gehaald, onder veel gelach van de dames die daar ook zaten en die die buitenlanders wel interessant vonden. Met een beetje handen en voetenwerk een praatje gemaakt. Eentje had wat Duits geleerd ooit en dat vond ze geweldig om te oefenen.

Volgende ochtend het inclusieve ontbijt eens ff getest. Veel zoetigheid, beroerde koffie en fruit dat eigenlijk net niet rijp was, maar het kon slechter. Met de lonely planet en de kaart bij de hand maar eens een plannetje maken en kwam een Finse man op ons af voor wat info. Was een echtpaar van tegen de 70 die een paar weken naar Sumatra gingen, ze hadden zich niet zo goed voorbereid dit keer. Dus we hebben het een en ander doorgenomen omdat we dezelfde kant op wilden. Het liefst met de trein, maar volgens internet gaat dat ding slechts 1x per dag om 10 uur, 11 uur en 14 uur. Maar ff vragen bij de receptie dus. De meiden kijken me aan alsof ik gek ben, want je gaat toch niet met de trein richting het Tobameer, dan ga je met de bus. Ik verzeker ze dat ik graag met de trein wil en ze duikelen een lijstje met vertrektijden op. De trein gaat idd om 14 uur, nouja als je geluk hebt natuurlijk, kan ook zo 15 uur worden. Snel rekensommetje dat gaan we dan niet redden in 1 dag naar Toba aangezien dat ding misschien 40km per uur rijd en de laatste boot om 18 uur gaat. Dan toch maar met de bus en onze Finse vrienden gaan ook mee. Dus we delen een taxi. Nog even langs een geldwisselkantoor. Bij de bus snel een kaartje kopen, waar de verkoper me aankijkt en meteen met z'n oordeel klaarstaat dat ik wel een Belanda Goreng ben, en bedankt. Wanneer willen we met de bus naar Toba? Nou nu, oke betalen en hup de bus in. Nog geen minuut later rijdt hij al weg... Wow. Helaas kennen ze het begrip niet roken op publiekelijke plekken niet en wordt er flink gedampt. Gelukkig heeft het ding arko. Medan is een grote stad en het duurt een paar uur voor we alle zaken met 'knalpot, doorsmeer, pispot en tempel ban' voorbij zijn. In de buurt van het Tobameer wordt het steeds mooier en groener. Helaas begint het ook pijpenstelen te regenen en is de bus lek. Eerst alleen op het middenpad, maar al snel komt het water ook uit de luchtroosters. Toch maar even een drogere stoel zoeken. In de stromende regen moeten we rennen voor de laatste veerboot naar Samosir eiland. Gelukkig zijn we met meer toeristen inmiddels. Het pieremagoggel is helaas ook een ontzettende lekke tobbe en wordt je binnen net zo nat als buiten en stinkt het naar diesel. Bij TukTuk gaan we van boord bij het dokje waarvan wij denken dat het centrum van het dorp ligt. Er is een luxe resort, maar dat slaan we toch maar ff over (van onze finse vrienden horen we dat ze 500.000 rp per nacht betaalden, omgerekend ongeveer 30 euro). Wij lopen met ons parapluutje door de stromende regen op zoek naar wat goedkopers. Al snel zien we guesthouse Merlyn, die zit helaas vol, mischien niet zo erg aan de luide muziek te horen, maar de eigenaresse belt wel even voor ons of de buren nog wat vrij hebben. Er is nog een traditioneel Batakhuis vrij en een jongen komt ons wel halen om er naar toe te gaan. We moeten een hellinkje af naar een stukje gras waar je tot je enkels in het water staat. Het huis moet je in met een houten laddertje en de wc is beneden. Dat lijkt mij niets met m'n schouder. De jongen kijkt even bedremmeld, maar loopt dan naar de andere buren die ook nog een paar huisjes aan hetzelfde grasveldje hebben. Begane grond en met een badkamer met warm water. De vriendelijke dame komt nog even het toilet schrobben en we komen een prijs van 80.000 rp per nacht overeen, net iets meer dan 5 euro. Het bed is netjes, de badkamer redelijk als je even door de enorm ranzige, beschimmelde deur heen kijkt. Nog even een hapje eten bij de lokale pizzaboer, die ook indonesisch eten heeft en dan maffen.

De volgende dag is stralende zon. Eerst maar ff het wasgoed wegbrengen. De jongen die ons gister het huisje heeft gewezen wil het wasgoed wel wegbrengen, kost 100.000 rp en wordt het ook gestreken. Beetje duur, hij wil wel zakken tot 70.000, maar we gaan zelf ff op zoek. Komt buiten een vrouwtje op ons af die wil ook wel wassen, met de hand voor 25.000 per kilo, niet heel slecht, maar we hadden al een wasmachine gezien aan de overkant. De eigenaar wil wel wassen voor 15.000 per kilo, we hebben 2,5 kilo. Dan ontbijten en het eiland verkennen. Het is warm, maar we lopen een heel eind tot we het zat zijn en gaan dan naar een hotel/ restaurantje met wifi voor de lunch. Op de terugweg ff op zoek naar een lokale simkaart. Het meisje is vriendelijk, maar niet zo technisch, we krijgen iig 1 sim aan de praat, na een uur proberen. 's Avonds naar de pizzaboer voor een echte pizza. Smaakt best prima, alleen de eigenaar zit nu al voor de tweede avond op rij met zo'n ongeïnteresseerd smoel te kijken dat je de eetlust eigenlijk vergaat. Het personeel is wel vriendelijk.

Volgende dag wandelen we de andere kant op om eens in een ander dorpje op het eiland te kijken. Meer buiten het toeristische TukTuk. Is een eindje lopen, maar wel mooi, overal zwaaien kinderen en hoor je hello mister (verschil tussen miss en mister is hier onbekend). Er stoppen drie meiden die aan het fietsen zijn en willen met ons op de foto. Op de hoek van de doorgaande weg stoppen we ff voor een pleister op de hiel en er stopt meteen een lokaal busje of we mee willen. Nou graag, want die doorgaande weg is niet zo lekker om langs te lopen. Maar goed ook want het is nog een heel eind. Het dorpje is leuk. Ook hier komen meteen allerlei mensen op ons af om te praten en ze willen allemaal met ons op de foto. We zijn de nieuwe toeristische attractie. Heel gezellig allemaal, er is een dorpje en veel winkeltjes en een paar mooie kerken waar mensen op hun paasbest naar buiten komen. Ook hier even op zoek naar een sim. Weer wil mijn telefoon niet op het 3g ondanks de tips die ik van internet gehaald heb. Hij kost bijna niets dus ik koop hem toch om later verder te proberen. Nu op zoek naar een klamboe. Bij het woord klamboe kijken de mensen een beetje raar terwijl wij dat echt uit het indonesisch geleend hebben. Ze komen aan met een doek om een hemelbed van de maken. Dan maar ff verder zoeken. Na een lekkere lunch gaan we weer terug met het busje naar de kruising en lopen we naar het guesthouse terug. Vlakbij de kamer gaan we eens kijken of we transport naar Tomok kunnen regelen vanuit tukTuk voor de volgende dag, want er rijdt geen bus oid en auto's zie je ook weinig. We spreken met een man af dat we meerijden op 2 scooters 's ochtends vroeg. Was ophalen en een klamboe gescoord, de vrouw sprak een paar woorden Engels maar ze had al snel het goede te pakken. 's Avonds lekkere rendang gegeten en heb ik het 3g aan de praat.

Volgende ochtend staan wij op de afgesproken tijd klaar voor de scooters maar is de man al naar z'n werk. Zijn vrouw denkt dat hij het vergeten is. Geen probleem zij kan ons ook wel brengen en ze ritselt nog een tweede scooter. Dus met rugzak op achterop een scooter... Best spannend als je bedenkt dat ik nog nooit op een scooter heb gezeten. Maar ze rijdt voorzichtig en voor we het weten zijn we in Tomok. Even ontbijten en de eerste bus komt er al aan. We rijden een rondje om het eiland om eraf te komen. Plus nog een af ander rondje om meer mensen op te pikken. Dan gaat de chauffeur uitgebreid eten en kunnen we verder. Ook in deze minibusjes wordt enorm gerookt. In Sidikalang moeten we overstappen na een korte lunch. Busje vol met vrouwen, voordeel ze roken niet, nadeel ze hebben minimaal 2 kinderen bij zich en die tellen niet als persoon. Resultaat, busje voor max 10 personen zit vol met 11 volwassenen en 11 kinderen en dat 3 uur lang over een hobbelige weg. Onderweg stoppen we nog even om wat contrabande af te leveren op de grens met Aceh. In Aceh mag niet gedronken worden dus is er een post op de grens waar wat te krijgen is, bij een ontzettend vies vrouwtje met een huisje, nou ja hok met 1 tafel, een emmer, 4 katten, 2 kippen en een haan. Na nog een keer overstappen en nog 2 uur met een bussie komen we in Singkil. Een langgerekt oord met niets. Niet wetende waar we eruit moeten willen we naar het centrum, dat is er alleen niet. De chauffeur is heel behulpzaam en wil ons wel even naar het enige hotel in town brengen. Maar hij gaat wel eerst eten. Daar komt een oud kereltje met anderhalve tand naar ons toe en wil dat we meegaan naar zijn vriend met een losmen (logement), hij heeft ook wel een boot de volgende dag naar het eiland. Het losmen is een smerig hok waar het beddengoed van de vorige bewoners nog op bed ligt. Dat wordt em niet. Hij kent nog steeds wel de kapitein, maar een telefoonnummer heeft hij niet. Vaag verhaal. We gaan maar ff een koppie thee drinken en door naar het hotel. Het oude ventje komt erbij zitten en doet onze afwijzing van het losmen nog even uit de doeken daar. Vreemde snuiter iig. Eenmaal bij het hotel duurt het nog even voor we de manager hebben, maar er is wel een kamer vrij. In feite zijn alle kamers vrij. Het heeft airco en een eigen badkamer, wel met hurktoilet en mandi (indonesische douche, lees bak met water waaruit je water over jezelf heen kan scheppen). De lobby is vergeven van de muggen, maar de kamer is er maar 1 te zien en die niet lang. Bouw toch maar wel even een klamboe hutje voor mezelf. Eerst mr Darmawan maar ff bellen, want die schijnt alles te kunnen regelen naar de eilanden en we willen wel ff weten hoe laat de boot gaat. Hij komt zelfs naar ons hotel en blijkt dezelfde man te zijn bij wie ik het hutje op Tailana geboekt heb. Hij belt voor de tijden van de boot, want dat hangt af van het tij. De veerboot is kapot. De boot gaat om 14.00 en in Balai haalt iemand met een speedboot ons af om naar Tailana te gaan. We eten een hapje nasi en slaan water in voor de reis naar Tailana.

We kunnen rustig aan doen want de boot gaat pas om 14 uur indonesische tijd, maar goed ook want ik ben hondsberoerd (kom er later achter dat het van de malariapillen is). Uiteindelijk met een Bedyak naar de haven, nouja haven, aanlegsteiger. Daar ligt de boot naar Balai, we zijn vroeg maar installeren ons maar vast op het dek. Geen slechte keuze want het wordt steeds drukker. Er is een vrouwendek en de mannen lopen wat rond. Mannen mogen niet op het vrouwendek zitten, dus ik zit daar in m'n uppie tussen een bende moslima's en kinderen, als enige zonder hoofddoek. Was wel een goede zet om een lange broek en shirt met mouwen aan te doen iig. De dames slepen allemaal eten mee, zakken rijst, vlees, groente, saus en borden en zitten daar lekker met hun adamsvorken in te roeren en mee te eten. Ik ga maar ff een boekje lezen. Het wordt 14.00 en nog geen beweging in de boot, volgens de kapitein wordt het wel 15.00. Er komen steeds meer mensen en brommers aan boord. Om half drie gaan we toch varen, best op tijd toch? Als we de zee op willen varen komen we nog even vast te zitten, maar met wat gas geven komen we er door. Dan is de boot scheef geladen en moeten er wat mensen en flessen water naar stuurboord en we kunnen gaan. Het is geen grote boot en ondanks de rustige zee deinen we toch wel behoorlijk. Om half zes zijn we in Balai en worden we opgewacht om met de speedboot naar Tailana te gaan. Het wordt al schemerig en er zet een flinke wind op. De speedboot blijkt een grote houten roeiboot met motor te zijn. Als we de haven uit zijn krijgen we een stuk plastic om om te doen. Geen overbodige luxe blijkt, want binnen een minuut heb ik drie grote golven over me heen. Achtervolgt door een onweersbui varen we naar Tailana in het donker. Gelukkig zette de kapitein er behoorlijk de vaart in. Op Tailana staat het eten klaar en ons hokje, een houten hut met een soort van matje/matras in een klamboe. Net iets minder hard dan de boten van vandaag.

Drie dagen op een onbewoond eiland, helaas alleen hondsberoerd de eerste dag, alle bijwerkingen die in de bijsluiter stonden had ik wel zo ongeveer van die rotpillen, dus maar eens ff goed navraag gedaan hoe het daar zat met de malaria en toch maar besloten te stoppen met die dingen. Effect was vrij snel de tweede dag voelde ik me al een stuk beter. De Banyak eilanden zijn 99 palmbomeneilanden in de blauwste zee die je maar kan bedenken. Nouja sinds de tsunami van 2004 een paar eilandjes minder blijkt wel. Er zijn 3 hutjes op het eiland en in de andere twee zitten nog 3 nederlanders en een balinese. Gezellig dus. We kunnen de hele dag door snorkelen rond het eiland en de kok neemt ons af en toe mee op z'n lekke tobbe naar een aantal andere eilanden in de buurt en mogen we helpen vissen. De mannen halen een mooie snapper en een grote barracuda uit het water. Het koraal om de eilanden is niet super bijzonder, mede dankzij de tsunami waardoor toch veel kapotgeslagen is, maar de hoeveelheid en verscheidenheid aan vis en andere zeedieren is enorm. Van mini nemo's in het zachte koraal tot grote puffervissen, heb ze helaas zichzelf niet kunnen laten opblazen. Het zat allemaal zo dicht onder de oppervlakte dat het heel helder was en dus ook heel goed te zien.

Na 3 dagen eiland gaan we met het nederlands/balinese stel terug richting Singkil. Wel een probleempje want ze zijn een of ander ritueel aan het houden voor de vissers waardoor de boot niet vaart. Toch maar met de speedboot naar Balai en daar hopen dat we een bootje kunnen vinden. Als we aankomen schreeuwen meteen een paar mensen waar we heen willen en we mogen meevaren op een olieboot. Nou die ligt er inderdaad een boot vol met geblutste vaten die uitgeladen worden. Niet met een kraantje/katrol of zo maar met touwen en een plank als hefboom. Liggen ze op de kade dan krijgen ze een duw in de richting van de bedyaks, waar ze vervolgens opgehesen worden om met hun eigenaar mee te gaan. De boot gaat of om 13.00, 14.00, 17.00 uur weg. Met andere woorden wachten en we zien wel. Het is wel gezellig bij het winkeltje waar we zitten. Er kwamen nog een paar onderzoekers van natuurrampen en veiligheid bij die ook met onze boot mee wilden. Ze spraken een beetje Engels dus nog wat meer gesprekspartners. Ik ben op een gegeven moment op de kade gaan zitten waar wat wind was, het was erg warm eergister en de vrouwelijke onderzoeker liep daar ook rond. We zien iets raars bewegen in het water en staan er naar te kijken. Al snel komen er een stuk of vier kinderen omheen en de mannelijke onderzoeker komt erbij staan. De kinderen willen dat rare ding maar wat graag uit het water halen (vind ik prima want die kade was verre van schoon met al het afval en kakkerlakken). Ding in een bekertje water gezet om te kijken wat het is, het was een beetje een kronkelend slijmerig ding. Niemand had enig idee en ze bleven mij maar vragen wat het was en of het een zeepaardje is. Ik ook geen idee, maar een zeepaardje is het zeker niet, tot ik onder en boven kon onderscheiden en het wel wat op een slak leek. Alleen kenden zij allemaal het woord snail niet. Ik pen en papier halen en tekenen en ze snappen het. Beetje zeewier erbij en jawel hoor dat ding kruipt er op, een zeeslakje dus. De kinderen vinden het geweldig zeker als we ze ook nog eens bedanken voor hun hulp. Om half vier lijkt de boot toch echt te gaan vertrekken, net als ik met de twee onderzoekers bij een vrouwtje op bezoek ben dat zij kennen en moeten we rennen om mee te kunnen. Godzijdank was het erg rustig op zee want dat pieremagoggel ging echt alle kanten op behalve de goede. Na 5 uur staan we toch echt op de kade in Singkil en worden we opgehaald met een auto en naar een nieuw hotel gebracht. Ze hebben een westers toilet en een echt mandi. Het toilet spoelt niet door, je moet het net als een indonesisch toilet met een bakkie water zelf omspoelen. Maar het is inderdaad echt nieuw en je ziet dat ze geprobeerd hebben er echt wat van te maken. En het is inclusief pannenkoeken voor ontbijt. Lekker slapen in een klamboe en dan kom je erachter dat ze het plastic om het matras hebben laten zitten en gewoon het lakentje eroverheen getrokken hebben. Nouja is maar voor 1 nachtje en het is al laat, oordoppen maar vast in tegen de moskee die vast in alle vroegte de microfoon aanzet.

Nou inderdaad in alle vroegte wakker gegammelaad, blijkbaar moesten de kinderen oefenen en wat zangles konden ze zeker gebruiken, ze willen graag dat iedereen mee kan bidden dus alles galmt door de dorpsluidspreker. Tijdens het ontbijt kwam er een hele stoet moslima's op scooters en in auto's langs onder luid gezang natuurlijk. We zouden met een publiekelijke auto naar Berastagi en die zou om 9.00 of om 10.00 komen. Om half elf toch maar ff bellen en we zouden na een kwartier opgehaald worden. Nou idd, maar dan rijdt de auto de verkeerde kant op. Gaan we naar het hoofdkantoor, waar eerst gegeten moet worden en uiteindelijk met een soort van pickup op weg. De chauffeur wist het gaspedaal wel erg goed te vinden op die kleine weggetjes en die kronkelden ook nog eens behoorlijk. Totdat de enige andere passagier een zakje volkotst, gelukkig ging het daarna iets minder ruig door de bochten. Onderweg stopten we bij een wegrestaurantje, met een ontzettend schone wc overigens. Het komt nog even met bakken uit de hemel, maar uiteindelijk kunnen we met een buik vol pisang goreng op weg. We zijn mooi op tijd in Brastagi aangekomen en bij het guesthouse gedropt. We kunnen kiezen een kamer op de tweede verdieping in het lawaai maar met doortrekbaar toilet of een kamer op de begane grond wat rustiger maar doortreken moet met bakjes water. De rust spreekt ons toch wel aan, na vele dagen geen drukte gehoord te hebben is het hier wel weer echt hekseketel.

Vandaag een dagje niet zo veel gedaan, volgende etappe van de reis gepland, geen Ambon helaas vanwege de heersende malaria daar, het wordt Bali en Java eerst. Dan over de plaatselijke markt met fruit, gedroogde vis, huisraad en ook vlees, met name de delen die ik zou overslaan. Daarna stukje wandelen en kijken of we uitzicht kunnen vinden op de Sinabung (ja die uitbarstende vulkaan uit het nieuws), maar hij zit in de wolken. We kunnen wel met een busje naar een dorpje dichterbij de vulkaan, volgens alle locals. We komen nog een bekende tegen bij de plaatselijke koffietent, die erg goede koffie heeft. Ook hij vertelt over het dorpje. We gaan het maar eens proberen. Met een bemo-achtig busje gaan we die kant op. Het laatste stukje moeten we lopen. Al gauw komen we bij een soort van tentenkampje waar we vooral even moeten komen zitten en wat eten en drinken. Bij de thee komt de telefoon met de foto's tevoorschijn en al snel zien we onze eerste uitbarsting. Alles ziet grijs van het stof, maar de Indonesiërs zouden de Indonesiërs niet zijn om te proberen hier wat aan te verdienen. De tentjes zijn allemaal eettentjes, er worden mondkapjes verkocht en de nationale TV heeft een enorme schotel opgezet. Wil je nog wat beter zicht moet je een donasie geven aan de landeigenaar. Maar ach geef ze ongelijk en het is er best gezellig. Na een paar uitbarstingen en met onze ogen vol stof keren we maar weer terug om een busje te vinden. Met een stel oude tandeloze vrouwen, een doos eieren en een grote zak vol rode pepers gaan we op weg. Morgen is het plan om de andere (rustige) vulkaan hier te beklimmen, de Sibayak.

  • 21 Januari 2014 - 03:35

    Sebastiaan:

    Goed verhaal weer! Welke malaria pillen gebruikte je, malerone of lariam? Ik heb met beide slechte ervaringen, maar de lariam vond ik echt verschrikkelijk! Heel veel plezier met de voortzetting van je indrukwekkende reis(verslag)!

  • 24 Januari 2014 - 02:05

    Nienke Nieuwenhuis:

    Malarone, die had de minste bijwerkingen, maar nog steeds wel een rijtje... Ik kon zes of zeven bijwerkingen aftikken. Wat een rotspul zeg. Helaas gaat Ambon daardoor niet door :-(

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Indonesië, Berastagi

Nienke

Actief sinds 22 Sept. 2012
Verslag gelezen: 611
Totaal aantal bezoekers 28505

Voorgaande reizen:

31 December 2013 - 25 Februari 2014

Thailand en Indonesië

28 September 2012 - 27 Oktober 2012

China, Tibet & Nepal

Landen bezocht: